Regels om shorttrack te beoefenen

Basisregels shorttrack 

Het shorttrack schaatsen heeft een aantal basisregels die erg belangrijk zijn voor de sport:

• Inhalen: Inhalen is toegestaan, zowel binnendoor als buitenom. De verantwoordelijkheid voor botsen ligt hierbij wel bij de schaatser die inhaalt, mits de ander zich aan de regels houdt. 

• Een ronde achter: Als een schaatser een ronde achter komt te liggen, mag hij of zij de wedstrijd vervolgen op de buitenkant van de baan, zodat ze de andere schaatsers niet in de weg kunnen rijden. Wordt hij of zij weer ingehaald, dan moet de schaatser de baan verlaten. 

• Jury: Tijdens wedstrijden letten een aantal juryleden op en rond de baan op een correct verloop van de race. Er is 1 hoofdscheidsrechter aanwezig die wordt geassisteerd door 2 assistent-scheidsrechters en een videoscheidsrechter of 4 assistent-scheidsrechters.

Overtredingen

Overtredingen worden bij shorttrack in de meeste gevallen bestraft met een penalty. De overtredingen die voor kunnen komen zijn: 

• Impeding: Een schaatser blokkeert of hindert een andere rijder opzettelijk met het lichaam om te zorgen dat hij of zij niet kan passeren of gedwongen worden hun snelheid te verlagen. 

• Off-track: Een schaatser snijdt (een gedeelte van) de baan af met één of beide schaatsen, waardoor de te rijden afstand voor die rijder korter wordt. 

• Knocking out: Een rijder tilt doelbewust de schaats op, op een manier waardoor er een gevaarlijke situatie ontstaat. Dit komt regelmatig voor bij de finish omdat rijders dan hun been uitsteken om als eerste over de finish te rijden. 

• Assistance: Een rijder geeft of ontvangt hulp tijdens de race op een manier waardoor de rijder zelf of een andere rijder hier voordeel van heeft. Dit geldt niet bij aflossingsraces. 

Er zijn ook een aantal overtredingen die over de jaren heen zijn komen te vervallen: 

• Crosstrack: Een rijder wijkt af van de lijn die men volgt om zo het pad van een andere rijder te kruisen zodat hij of zij de snelheid moet verlagen. 

• Team Skating: Rijders voeren acties uit die een voordeel opleveren voor andere rijders. Dit is nog wel een overtreding, maar valt nu onder assistance. 

Naast de genoemde overtredingen krijgt een rijder ook een penalty voor het tweemaal veroorzaken van een valse start. Het is ook niet toegestaan voor schaatsers om beschermende kleding zoals de helm of nekbeschermer los te maken of te verwijderen tijdens een wedstrijd. Rijders die een penalty ontvangen worden automatisch laatste in de uitslag van de rit. Bij wedstrijden mogen ze eventueel nog starten in een volgende ronde, maar ze worden wel op de lagere helft van het kwalificatieschema geplaatst. 

Het wedstrijdverloop en klassement

Een shorttrackwedstrijd wordt altijd opgedeeld in diverse rondes, dit begint met de heats, ofwel de voorrondes. Rijders worden hierbij door middel van loting ingedeeld in een aantal ritten. Afhankelijk van het aantal deelnemers aan de wedstrijd worden er vier tot zes heats gereden. Zijn er uitzonderlijk veel deelnemers, dan worden er voor de heats ook nog voorrondes gereden. Schaatsers beginnen de race door uit de heatbox op het ijs te stappen. Een shorttrackwedstrijd werkt in de meeste gevallen volgens het knock-outsysteem. Alleen de nummers 1 en 2 van een race kwalificeren zich hierbij voor de volgende ronde. De meeste internationale wedstrijden werken met een all-final systeem. Dit houdt in dat iedere rijder zich kwalificeert voor de volgende ronde en dat daardoor iedere rijder uiteindelijk op zijn of haar niveau in een finale eindigt.

Rijders die doordringen tot de finale ritten van wedstrijden verdienen hier punten mee. Gediskwalificeerde rijders of rijders die niet finishen, krijgen geen punten. Zij worden als laatste gerangschikt in het klassement en hun positie hierop is gelijk aan het aantal deelnemers plus 1. Is er sprake van een exact gelijke finish, dan worden de finale punten van beide te behalen plaatsen opgeteld en vervolgens door twee gedeeld. In het klassement staan de rijders die finalepunten hebben behaald van hoog naar laag bovenaan, gevolgd door rijders die in eerdere rondes uit zijn geschakeld, beginnen met de halve finale, door naar de kwartfinale, enzovoorts. Deze rijders behalen punten op basis van hun plaats in het afstandklassement. Een elfde plaats levert ook elf punten op. De rijder met de meeste afstandspunten staat dus onderaan in het klassement.