Regels om te schansspringen

Schansspringen is een onderdeel van de wintersport waarbij atleten op ski’s van een helling springen. Het doel van de sport is niet alleen om zo ver mogelijk te springen, maar ook om zo mooi mogelijk te springen. Het schansspringen is al vanaf de allereerste Olympische Winterspelen in het jaar 1924 onderdeel van het programma. Het is dus een echte Olympische sport. Het schansspringen wordt vertegenwoordigd door de internationale organisatie die bekendstaat als de FIS. Deze wintersport is hoofdzakelijk een individuele sport, maar er zijn ook landenwedstrijden waarbij er meerdere atleten per land meedoen. Het schansspringen is voornamelijk een mannensport, maar sinds het jaar 2014 is het vrouwen schansspringen ook een Olympisch onderdeel. Ben je benieuwd naar de regels van het schansspringen? Op deze pagina vertellen we je alles over deze wintersport, van de regels tot de geschiedenis van de sport!

Officiële schansspringen regels downloaden →

Uitleg over schansspringen:

    Skiër springt in de lucht

    Geschiedenis van het schansspringen

    Het schansspringen bestaat al sinds de 19e eeuw en is vanaf het ontstaan van de Olympische Wiinterspelen in het jaar 1924 een Olympische sport geweest. In de 19e eeuw werd er in de Noorse provincie Telemark al over stapels hout en daken heen gesprongen op ski’s. De eerste sprong die werd gemeten, vond plaats in het jaar 1808 en werd gesprongen door Olaf Rye. De afstand die hij sprong was 9,5 meter. In het jaar 1862 werd de eerste echte wedstrijd in het schansspringen gehouden in de plaats Trysil in Noorwegen. De eerste grotere schans werd gebouwd in Oslo in het jaar 1879. Vanaf dat moment werd er ieder jaar een evenement gehouden dat bekend stond als Husebyrennene. Vanaf het jaar 1892 werd die wedstrijd niet meer op de schans in Oslo gehouden, maar op de Holmenkollenschans. De winnende sprong in dat jaar was een sprong van 21,5 meter. Vanuit Noorwegen verspreidde de sport zich naar Zweden en Finland en vervolgens via Oostenrijk en Zwitserland naar de andere Alpenlanden.

    Skiër met geel pak en skibril

    Welke regels zijn er bij schansspringen?

    De puntentelling 

    De puntentelling is natuurlijk een belangrijk onderdeel van het schansspringen. De springer die de meeste punten behaalt, wint de wedstrijd. Atleten verdienen punten voor zowel de afstand van de sprong als de stijl van de sprong. Landt een springer precies op het K-punt, dan krijgt hij of zij 60 punten. Dat zijn er zelfs 120 bij het skivliegen. Met iedere meter die de springer extra aflegt, verdient hij of zij 1,8 punten en met iedere meter die hij of zij minder springt, verliest de springer 1,8 punten. Daarnaast ontvangt de atleet dus nog punten voor de stijl van de sprong. Die punten worden bepaald door de jury die bij de wedstrijd aanwezig is, die bestaat uit 5 juryleden. Zij geven punten voor de aanloop, de afsprong, de vlucht, het neerkomen, de uitloop en de afstand. Deze punten worden bij elkaar opgeteld. Direct na de sprong moeten de juryleden een score doorgeven tussen de 0 en 20 punten per onderdeel. De hoogste en laagste score worden vervolgens tegen elkaar weggestreept. De drie scores die overblijven worden bij elkaar opgeteld en vormen samen met de punten voor de afstand van de sprong het eindtotaal. Sinds het jaar 2010 meet men ook bij iedere wedstrijd de windomstandigheden. Deze worden vertaald in bonuspunten die negatief of positief kunnen zijn. 

    De technieken

    De techniek die men gebruikt voor het schansspringen is door de eeuwen heen steeds verder geëvolueerd. In de beginjaren van de sport hielden atleten hun ski’s naast elkaar en maakten ze een roterende beweging met de armen. De bedoeling hiervan was waarschijnlijk om de beweging van vogels te imiteren. Later hielden atleten hun armen juist stijf langs het lichaam. Een grote evolutie van de techniek bij schansspringen vond plaats in het jaar 1986, toen de Zweed Jan Boklöv de V-stijl introduceerde. De springer brengt hierbij de ski’s in een V-vorm en brengt zijn of haar lichaam zo ver mogelijk tussen de twee ski’s in. 

    De sprong 

    De sprong bij het schansspringen moet uit een aantal onderdelen bestaan om geldig te worden verklaard: 

    1. De voorbereiding: In deze fase zit de springer op een balk boven de schans. De balk kan hoger of lager worden geplaatst door de jury, afhankelijk van de omstandigheden. 

    2. De aanloop: In deze fase maakt de springer snelheid door een aerodynamische houding aan te nemen. 

    3. De afzet: In deze fase strekt de springer de knieën en het lichaam in een snelle beweging. 

    4. De vlucht: De springer spreidt de ski’s in een V-vorm. Met zijn of haar armen voert de springer kleine koerscorrecties uit. 

    5. De landing: De springer brengt de ski’s in telemark positie of parallel.

    Officiële regels van schansspringen downloaden

    Ben je benieuwd naar de officiële regels van het schansspringen? Op de website van de FIS kun je het reglement downloaden of hier (Engels).

    Officiële schansspringen regels downloaden →

    Hoe beoefen je schansspringen?

    Schansspringen is geen sport waar je zomaar even mee aan de slag kunt gaan, zeker niet in Nederland. Er zijn plekken waar je de sport kunt beoefenen, op banen met kunstmatige sneeuw of gras in plaats van sneeuw. Dit zijn meestal echter geen plekken voor het professioneel beoefenen van schansspringen. Voor het echte werk zul je vaak toch naar de Alpenlanden moeten. Wil je graag professioneel gaan schansspringen? Hieronder geven we je een aantal tips!

    1. Begin recreatief

      Aangezien je in Nederland niet veel keuze hebt qua accommodaties, is het verstandig om recreatief met de sport te beginnen. Dit kun je bijvoorbeeld doen in een wintersport adventurepark, zoals in Drenthe.

      Officiële regels downloaden →
    2. Verbeter je skitechniek

      Om te kunnen schansspringen, moet je natuurlijk al kunnen skiën. Kun jij wel al skiën, maar kunnen je vaardigheden nog wel wat training gebruiken? Dan raden we je aan om eerst je skivaardigheden op te frissen voordat je echt met schansspringen aan de slag gaat.

    3. Oefen de verschillende soorten sprongen

      Ten slotte is het belangrijk om te gaan oefenen op het maken van snelheid en het maken van stijlsprongen, voordat je mee gaat doen aan wedstrijden. Dit zijn immers de manieren om punten te verdienen!

    Benodigdheden om te schansspringen

    Wat heb je nodig om schansspringen uit te oefenen:

    • Ski’s 

    • Schans 

    • Sneeuw of gras 

    • Skistokken 

    • Skikleding

    Besneeuwde skischans tussen bomen

    Veelgestelde vragen bij schansspringen

    Hoe hoog is de schans bij het schansspringen?

    Springers hebben de keuze uit twee hoogtes: een schans van 90 meter of een schans van 120 meter.

    Wat is het record bij schansspringen?

    Het huidige record bij het schansspringen is een afgelegde afstand van 253,5 meter. Deze afstand werd neergezet door de Oostenrijkse springer Stefan Kraft.

    Hoe train je voor schansspringen?

    Train zowel het aannemen van een aerodynamische houding en het maken van snelheid als het maken van verschillende soorten stijlsprongen.