Regels van Monopoly

Monopoly is misschien wel het bekendste gezelschapsspel. Heel wat zondagmiddagen werden gevuld met dit speel. Ook online kun je Monopoly spelen. Het betekent: ‘alleenverkoop’. Dat is ook het doel van dit spel: als enige en rijkste speler overblijven. Je leert precies hoe marktwerking werkt en hoe verhuurders als huisjesmelkers kunnen optreden. Hoe speel je dit spel precies? En aan welke regels moet je je houden?

Officiële Monopoly regels downloaden →

Uitleg over Monopoly:

    Jongeren spelen Monopoly

    Geschiedenis van Monopoly

    Lizzie Magie is de bedenker van Monopoly. Ze was aanhanger van de econoom Henry George, die onroerendgoedspeculanten verweet hun huurders uit te melken. Met het spel wilde Magie die theorie demonstreren. Op een feestje zag Charles Darrow het spel gespeeld worden. Hij bedacht er beknopte spelregels bij, en claimde het spel. Sindsdien wordt hij gezien als de uitvinder van Monopoly. Naar het verhaal gaat, is er bij deze claim fraude aan het licht gekomen. In 1933 vroeg hij copyright aan op het spel, en sprak nooit meer met de mensen waar hij het spel had gezien.

    De rechten op het spel werden later weer verder verkocht, om te voorkomen dat de oorspronkelijke bedenker, Lizzie Magie, een rechtszaak zou aanspannen. Het is het ironische verhaal achter de geschiedenis van Monopoly.

    Welke regels zijn er bij Monopoly?

    Bij Monopoly gelden verschillende regels. Dit zijn de basisregels:

    Tekorten

    Wanneer de bank geen huizen meer heeft, moet je wachten totdat een andere speler het huis inwisselt of aan de bank verkoopt. Je kunt ook een hotel verkopen en door huizen vervangen. Het is net als in het echte leven: er moet iets wijken om een tekort aan iets anders op te lossen. Wanneer twee spelers in hetzelfde object geïnteresseerd zijn, moeten ze tegen elkaar opbieden

    Grond verkopen

    Spelers mogen onbebouwde grond, stations en nutsbedrijven buiten de bank om aan elkaar verkopen. Dan moeten ze samen de prijs overeenkomen. Bebouwde straten mogen niet verhandeld worden. Zelfs als er maar één huis in de straat staat, mag men de straat niet verkopen. Wil de eigenaar de betreffende grond toch verkopen, dan moet deze eerst alle huizen aan de bank verkopen.

    Huizen en hotels mogen niet aan andere spelers verkocht worden. Ze moeten worden verkocht aan de bank, voor de helft van de prijs die op het eigendomsbewijs staat. Je mag aan elk moment verkopen. Voor een hotel betaalt de bank de helft van de prijs, plus de halve prijs van de vier huizen die de bank ontving toen het hotel gekocht werd. Alle hotels van één stad kunnen tegelijk verkocht worden. Bezit kun je weer kopen via de bank.

    Hypotheek betalen

    Heb je geen geld meer? En moet je een schuld betalen? Dan kun je bezittingen verkopen, of een hypotheek afsluiten bij de bank. Verkoop eerst alle bebouwing en draai het eigendomsbewijs om. De bank betaalt de hypotheekwaarde die op de achterkant van de kaart staat. Wil je je hypotheek aflossen? Dan betaal je tien procent hypotheekrente aan de bank. Een stuk grond dat met hypotheek bezwaard is, blijft altijd in het bezit van de eigenaar.

    Andere spelers kunnen de grond niet overnemen door de hypotheek af te lossen. Je mag geen huur innen voor grond waar hypotheek op rust. Dat mag wel voor eventuele andere straten van dezelfde stad. Je mag grond die met hypotheek bezwaard is, tegen een overeengekomen prijs verkopen aan een andere speler. De koper kan de hypotheek inclusief rente van 10 procent direct aflossen. De speler mag ook tien procent rente betalen en de hypotheek behouden.

    Wordt de hypotheek later afgelost? Dan moet de eigenaar de hypotheekwaarde plus nog eens tien procent betalen. Je mag pas een huis kopen als alle hypotheken van een stad zijn afgelost.

    Failliet

    Ben je de bank of een andere speler meer geld schuldig dan je kunt betalen? Dan ga je failliet. Dan is het spel voor jou voorbij. Als de bank de schuldeiser is, gaat al je geld, samen met je bezittingen, terug naar de bank. Die verkoopt de stukken grond door aan de overgebleven spelers. Hiervoor moet een speler het hoogste bod doen. Eventuele kaarten met ‘Verlaat de gevangenis zonder te betalen’ gaan weer onderaan de stapel.

    Ga je failliet door toedoen van een andere speler? Dan worden je huizen en hotels voor de helft van de prijs door de bank gekocht. De schuldeiser krijgt al je geld, eigendomsbewijzen en ‘Verlaat de gevangenis’-kaarten. Deze ontvangt ook de bezittingen waar hypotheek op rust. De schuldeiser moet dan direct tien procent rente betalen en kiezen of deze de hypotheek wil behouden of aflossen.

    Schuldeisers

    Wanneer een speler meer huur moet betalen dan hij contant heeft, mag de speler ervoor kiezen de schuld gedeeltelijk te voldoen in de vorm van bezit (zoals onbebouwde grond). De schuldeiser kan een bepaalde straat accepteren, zelfs als de schuld groter is dan de werkelijke waarde van de straat. Zo krijgt deze nieuwe bouwmogelijkheden. Op die manier kun je ook voorkomen dat een andere speler een complete stad in handen krijgt.

    Einde van het spel

    De speler die failliet gaat, trekt zich terug. Het spel is voor die speler afgelopen. Op een gegeven moment blijft er nog maar een speler over. Deze heeft het monopolie op de stad, en heeft gewonnen. Je kunt ervoor kiezen aan het eind van het spel alle bezittingen bij elkaar op te tellen om te bepalen met hoeveel je hebt gewonnen.

    Officiële regels van Monopoly downloaden

    Het beroemde gezelschapsspel Monopoly heeft zijn eigen spelregels. Deze vind je in de binnenkant van de doos, maar zijn ook online te vinden.

    Officiële Monopoly regels downloaden →

    Hoe speel je Monopoly?

    Hoe speel je Monopoly precies? Volg deze stappen voor een goed spelverloop.

    1. Kies een bankier

      Het spel kan alleen beginnen als er een bankier is. De bankier speelt namelijk een belangrijke rol in het spel. Deze bankier wijs je aan. Deze speler beheert al het geld en alle bezitten. De 32 huizen, de 12 hotels, de kaarten met straten, nutsbedrijven en de Kans- en Algemene Fonds kaarten: ze zijn allemaal in het beheer van de bankier. De kaarten liggen op het bord.

    2. Spel uitvouwen

      Vouw het spel uit. Leg het op een vlakke tafel. Monopoly is best een groot spel, dus je hebt een grote tafel nodig. Elke speler moet genoeg ruimte hebben om het geld, eigendomsbewijzen en andere kaarten te bewaren.

    3. Pion kiezen en geld verdelen

      Iedere speler kiest een pion, die de positie van de speler op het bord duidelijk maakt. Bij het spel zijn een aantal pionnen inbegrepen. Je kunt er ook voor kiezen om een ander persoonlijk object te kiezen, die als pion moet fungeren. Iedere speler krijgt hetzelfde startgeld: 1500 euro. Dat krijg je in 2 briefjes van 500, 2 briefjes van 100, 2 briefjes van 50, 6 briefjes van 20, 5 briefjes van 10 en 5 briefjes van 5 euro. Ook krijg je 5 briefjes van 1 euro. Het gaat erom dat elke speler dezelfde economische positie heeft in het begin van het spel. Gelijkwaardigheid is dus het begin.

    4. Eerste speler kiezen

      Om de eerste speler te kiezen, moet je dobbelen met twee dobbelstenen. Natuurlijk kun je ook op een andere manier de eerste speler kiezen, zoals bijvoorbeeld de jongste of de minst ervaren. Maar door te dobbelen kan er nooit onenigheid ontstaan en begint niemand op een bevoorrechte positie.

    5. De klok rond spelen

      Bij Monopoly speel je met de klok mee. De eerste speler gooit de twee dobbelstenen en verplaatst zijn pion het aantal geworpen plaatsen vooruit. Kijk waar je aankomt in het spel. Je kunt bezit huren of kopen, maar er zijn ook plaatsen waar je verplicht een kaart moet trekken of waar je geld verdient. Er is ook een mogelijkheid dat je in de gevangenis terechtkomt.

    6. Bezit kopen

      Land je op een plaats met een gekleurde streep? Dan kun je bezit kopen, zoals een straat in een stad. Ben je de eerste die aankomt? Dan mag je het kopen voor de prijs die op het bord staat aangegeven. Als je niet de eerste bent, kun je een bod doen aan een andere speler. Besluit je het bezit niet te kopen? Dan wordt het bezit per opbod verkocht. De opbodprijs is vaak lager dan de gegeven prijs. Wil niemand het kopen? Dan gaat het naar de bank en wordt het spel hervat. Komt een speler op jouw straat terecht? Dan moeten ze huur betalen. De huur ervan is afhankelijk van wat op de eigendomsakte staat. De hoogte ervan is afhankelijk van het aantal straten in een stad en het aantal huizen of hotels in de straat. Heb je op een gegeven moment de hele stad in bezit? Dan heb je Monopoly en betalen je medespelers de hoogste huur.

    7. Inkomsten

      In Monopoly gaat het om geld verdienen. Dat kan bijvoorbeeld met nutsbedrijven. Je kunt geld verdienen, maar ook verliezen met kanskaarten en algemene fonds kaarten Wanneer je een nieuwe ronde over het hele bord hebt gemaakt, geeft de bank je daar 200 euro voor. Je kunt alleen winnen als je actief handelt met andere spelers. Alle nutsbedrijven, steden en straten moeten worden verkocht. Het gaat om het vergaren van een monopolie en de rijkste te worden.

    Veelgemaakte fouten bij Monopoly

    Verschillende huizen op het spelbord Monopoly

    De veiling weglaten

    Spelers kunnen ervoor kiezen de veilig weg te laten. Dat is geen goed idee, want dan duurt het spel veel langer. Alle objecten zijn dan pas verkocht als op ieder vakje een speler is geland. Bovendien haal je ook het spelelement uit het spel. Daarnaast zorgt het ervoor dat spelers veel minder geld kunnen verdienen. Het bepalen van waarde van straten of stations, moet nu juist het spel zo leuk maken. Laat je het weg, dan wordt het een traag spel zonder al te veel interessante momenten.

    Pot en vrij parkeren

    Spelers kunnen ervoor kiezen met een pot te werken. Leuk voor kinderen, maar het past niet bij Monopoly. Een speler krijgt dan opeens een enorm kapitaal uit het niets, waardoor het een kansspel wordt. Zonder pot kun je het spel nog slim spelen. Vrij parkeren zou niet als vak voor deze pot gebruikt moeten worden. Het spel moet juist ervoor zorgen dat mensen failliet gaan. Werk je met een pot met vrij parkeren, dan zal het spel nog langer duren.

    Benodigdheden om Monopoly te spelen

    Wat heb je nodig om Monopoly te spelen/uit te oefenen:

    • Een bord;

    • Twee dobbelstenen;

    • Pionnen voor elke speler;

    • 32 huizen, 12 hotels, 16 Kans- en 16 Algemene Fonds kaarten;

    • 28 eigendomsbewijzen voor elke straat;

    • Monopoly speelgeld;

    • Vier tot acht spelers;

    • Een tafel om aan te spelen.

    Iemand neemt een kaart van het spelbord Monopoly

    Veelgestelde vragen bij Monopoly

    Wat is de originele Monopoly?

    De originele Monopoly is de Amerikaanse variant. Deze heet ‘The Landlord’s Game’. Het werd bedacht door Lizzie Magie. Op een feestje zag Charles B. Darrow het spel gespeeld worden, en heeft op frauduleuze wijze zichzelf het spel toegeëigend. De huidige variant, met zijn regels, spelen we nu nog als Monopoly.

    Hoe verdeel je Monopoly geld?

    Je verdeelt het geld in 1500 euro. Dat krijg je in 2 briefjes van 500, 2 briefjes van 100, 2 briefjes van 50, 6 briefjes van 20, 5 briefjes van 10 en 5 briefjes van 5 euro. Ook krijg je 5 briefjes van 1 euro.

    Hoe lang duurt het langste spel Monopoly?

    Monopoly staat in het Guinness Book of Records. Het record staat op 70 dagen onafgebroken spelen. Dat bewijst maar dat je het spel enorm kunt vertragen als je de spelregels aanpast.

    Mag je de regels veranderen bij Monopoly?

    Als je het van tevoren met elkaar afspreekt, kun je huisregels toevoegen. Denk bijvoorbeeld aan het spelen met een pot of het weglaten van de veiling. Deze twee keuzes worden ook als de meest gemaakte fouten gezien.

    Kun je valsspelen bij Monopoly?

    Ja, dat kan. Als je andere spelers manipuleert en niet de waarheid spreekt, kun je valsspelen. Voor mensen die dit leuk vinden, is een Valsspelers editie, met speciale kaarten waar op staat hoe je vals kunt spelen, beschikbaar.